6 Techniek Tips voor Beginners op de Racefiets [Beginners]

Als beginnende wielrenner is er naast het rijden in een groep ook veel te leren op het gebied van fietsbeheersing. Niels heeft een aantal tips gebundeld waar iedere beginnende wielrenner iets aan heeft. 

Wat is er leuker dan op een zonnige zaterdagmorgen erop uit trekken met de racefiets? Het enige wat we kunnen verzinnen is om dat met een groep andere wielerliefhebbers te doen!

Eerder kon je in de blog van Koen al lezen over De Ongeschreven Regels die je Moet Weten Voor je Eerste Groepsrit. Er zijn ook nog wat technieken die we je graag meegeven.

1. Raak vertrouwd met je fiets

Het zal zeker spannend zijn om voor het eerst in een groep te gaan fietsen. Alleen al het fietsen op wielen met zulke smalle bandjes is wennen laat staan om in een groep met mensen die allemaal dicht op elkaar en op van die smalle banden rijden.

2. Effectief op weg in een groep

Dat kan toch nooit goed gaan zou je denken. Maar toch, hoe vaker je in een groep rijdt, hoe beter je leert om te gaan met het fietsen achter en naast elkaar.

Het zal vooral tijd nodig hebben om zo dicht mogelijk achter je voorganger te kunnen fietsen. Hoe dichter je achter je voorganger kunt fietsen, hoe minder energie je verspilt aan het rijden in de wind.

Deze energie moet je eigenlijk bewaren tot het moment dat je aan de beurt bent om op kop te rijden. Als je dat niet doet ben je eigenlijk al kapot voordat je op kop van de groep komt te rijden.

3. Signaleren kan je leren!

En dat moment dient zich aan wanneer degenen die op kop fietsen een elleboog gebaar maken ruimte geven aan het volgende tweetal achter zich.

Degenen die van kop afkomen laten zich langs de groep naar achter zakken om in het laatste wiel weer aan te sluiten. En wordt er gerouleerd tussen de tweetallen die op kop fietsen van de groep.

Zo komt iedereen een keer aan de beurt en heb je ook meer het gevoel dat je het samen doet.

Wanneer er obstakels opduiken zoals paaltjes, geparkeerde auto’s die langs de weg staan of tegen komend verkeer, waarschuw altijd degene achter je met een handgebaar aan de kant waar het obstakel zich bevindt.

Het is altijd goed om woord bij daad te voegen en te roepen wat je ziet; Auto! auto tegen! Paaltje! Zo weet ook de laatste van de groep wat hij of zij kan verwachten.

Afhankelijk van de groep of club waarmee je rijdt wordt al het tegemoet komende verkeer bestempeld als 'tegen'. Al wat langs de kant van de weg staat of wordt ingehaald heet 'voor'.

Tip:Probeer wanneer je achter je voorganger fietst iets aan de buitenkant en niet recht achter degene voor je te fietsen. Als er onverwacht geremd wordt, kun je altijd anticiperen en iets uitwijken.

4. Trekken en duwen aan je pedalen

Het grote voordeel van fietsen met klikpedalen is dat je kan trekken aan je pedalen. De traptechniek wordt vaak uitgelegd als verticaal duwen en trekken.

Maar wat je eigenlijk zou moeten doen is horizontaal duwen en trekken.

Als je kracht zet doe je het zo alsof je een bal naar voren onder je voet zou wegrollen, het trekken doe je zo alsof je de schoen afveegt aan de pedaal.

Als je dit vaak genoeg oefent wordt het meer en meer automatisme waardoor je veel efficiënter de kracht op de pedalen kan overbrengen en je spieren beter traint.

5. Remtechniek

Om de fiets goed onder controle te krijgen tijdens het rijden in een groep of bij het maken van een noodstop is het belangrijk dat je niet in de slip raakt.

Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat je door blijft trappen terwijl je remt. Door krachtig tegen de rem aan te trappen tijdens het remmen kan je fiets niet in de slip raken.

Zo kun je veel harder remmen en zo sneller en veiliger tot stilstand komen. Ook wanneer je op hoge snelheid op een bocht af komt zal je veel hebben aan de manier van remmen zoals beschreven is en meer controle ervaren.

En altijd op tijd kunnen bijsturen wanneer je een bocht misschien toch verkeerd inschat.

6. Met allure door de bocht

Bij het ingaan van een bocht strek je het buitenste been naar beneden, buig je wat door je armen en trek je je hoofd wat naar je stuur, houdt daarbij je gewicht op het buitenste been en ga in de bocht hangen met je binnenste knie naar buiten in één lijn met je fiets.

Vergeet ook niet door de bocht te kijken. Als je kunt zien waar je heen wilt, zal je daar vanzelf ook heen sturen.

Tip: Om echt goed te kunnen werken aan je traptechniek, bochtentechniek en remtechniek zou je eigenlijk afdalingen moeten rijden met veel haarspeldbochten. Door de hogere snelheid zal je nog meer je lichaam moeten gebruiken en kun je deze punten allemaal in de juiste volgorde toepassen.