Strandracen – 6 tips voordat je mee gaat doen aan je eerste strandrace

Een snel opkomende en populaire sport is het strandracen. Misschien woon je wel in de buurt van het strand en race je al jaren met veel plezier over het zand. Of misschien heb je weleens over een strandrace gehoord in de podcast van Laurens te Dam en wil je er meer over weten.

In deze blog leer je alles over wat je moet doen om je klaar te maken voor je eerste strandrace en wat er zo leuk aan is!

Korte intensieve trainingsprikkels

Op Hoek van Holland - Den Helder (135km) na duren de meeste strandraces tussen de 60 en 90 minuten. De intensiteit van een strandrace ligt vaak heel hoog. Het gemiddelde vermogen ligt vaak maar net onder je omslagpunt. Tussentijds doe je nog intensievere inspanningen van 30 seconden tot maximaal zo’n 3 minuten bij een hele lange op-/afgang.

Natuurlijk begin je met het trainen van een goede basisconditie door simpelweg regelmatig te fietsen. Wanneer dit op orde is kun je de puntjes op de i gaan zetten met intensievere trainingen.

Een bekende training waarmee je de VO2-max zone traint (de zone boven het omslagpunt), zijn 40-20’s. Hierbij train je 40 seconden hard en heb je vervolgens 20 seconden rust. Je herstel is dus onvolledig en je bouwt steeds meer lactaat op in de spieren. Deze 40-20’s kun je 6 tot 12 keer achter elkaar doen en hiermee train je jezelf om heel diep te gaan, zoals in een wedstrijd.

Tip 1: Zorg dat je materiaal op orde is

De strandrace sport wordt gekenmerkt door speciaal materiaal. De basis van een goede strandfiets zijn de juiste banden in combinatie met de juiste wielen en bandenspanning. Dit samen bepaalt het raakvlak van de banden met het strand, en dus de rolweerstand. Dit is een hele bepalende factor voor je snelheid tijdens het strandracen. Ik rijd zelf vaak met de Schwalbe G-One 2.25 inch LiteSkin band in combinatie met een velg van 32mm binnenbreedte.

Afhankelijk van het parcours en hoe het strand erbij ligt bepaal ik vervolgens de bandenspanning. Deze ligt vaak tussen de 0,5 en 0,8 bar. Ik meet dit altijd met een digitale meter, omdat dit veel nauwkeuriger is dan de meter op je pomp. 0,05 bar kan zelfs een verschil maken in rijgedrag in het losse zand. Op parcoursen met veel los of zuigend zand rijd ik met een lagere spanning. Tijdens een strandrace met veel hard zand rijd ik daarentegen met een hogere spanning.

Naast banden en wielen kan je je mountainbike ook nog van een vaste voorvork voorzien. Dit is een stuk lichter en directer en het rijdt veel fijner op het strand. Tot slot is je versnelling belangrijk, met name op stukken met wind mee. Ik rijd zelf met een 46-11 verhouding. Om dit aan te passen moet je de crank vaak wat naar buiten brengen met vulringen, omdat deze anders tegen het frame aanloopt. Soms kun je ook je tandwiel ‘binnenstebuiten’ monteren zodat je meer ruimte tussen het frame en de tandwiel creëert.

Tip 2. Trek de juiste kleding aan

In de winter kan het tijdens een strandrace vaak koud en nat zijn. Maar doordat je heel intensief bezig bent heb je het ook snel heel warm. De juiste kledingkeuze is daarom heel belangrijk.

Aan je handen, voeten en hoofd heb je vaak het meeste kou. Pak deze dus met name bij temperaturen onder de 5 graden goed in. Wanneer je vaak door het water moet rijden zijn waterdichte overschoenen aan te raden om natte schoenen en voeten te voorkomen. Daarnaast kunnen merino wollen sokken ervoor zorgen dat je voeten langer droog blijven in de schoen, ondanks dat je gaat transpireren met waterdichte overschoenen.

Qua bovenkleding rijden de wedstrijdrenners vaak in een speedpak met been- en armstukken. Ze ben je aerodynamisch en kun je wanneer het te warm wordt toch gemakkelijk de armstukken laten zakken.De belangrijkste tip is om vooral in het startvlak jezelf goed en dik aan te kleden, en kort voor de start alle overbodige kleding uit te doen zodat je in de wedstrijd niet ontploft.

Tip 3. Denk na over je wedstrijdtactiek

Afhankelijk van de conditie van het strand en de wind zijn er zwaardere en minder zware gedeeltes in een strandrace. Zorg dat je fris aan de zware stukken begint en spaar je krachten in de makkelijkere gedeeltes.

In tegenstelling tot wat mensen vaak denken is dat een stuk met wind mee juist zwaarder is dan een stuk met wind tegen. Zorg dat je met wind tegen in een goede groep terechtkomt en doe hier niet meer kopwerk dan de anderen uit je groep. Bewaar die krachten tot je naar een stuk met wind mee gaat. Op het stuk wind mee worden de snelheden zo hoog dat je hier veel gemakkelijker verschil kunt maken en minder voordeel hebt om achter iemand uit de wind te zitten. Maak hier gebruik van bij het bepalen van je tactiek!

Daarnaast is een goede start van groot belang. Ga dus altijd ruim op tijd naar je startvak toe zodat je vooraan staat in je eigen startvak en bepaal voor de race of je fietsend of lopend start. Soms wanneer je start in het mulle zand kun je beter lopend vertrekken!

Wanneer het strand hard is, gaat het vanzelfsprekend makkelijker dan wanneer het strand zacht, mul of zuigend is. Vaak bij een strand op- of afgang is het strand mul en dus zwaar. Afhankelijk van het getijde is het strand zuigend of juist heel hard. Bekijk vooraf goed hoe het parcours loopt en na hoeveel km je een zwaar stuk krijgt. Zorg altijd dat je zo fris mogelijk bij dit zware stuk aankomt, zodat je hier voluit kunt gaan. Strandraces worden bijna altijd beslist op een strand op- of afgang of bij een keerpunt van wind tegen naar wind mee!

Tip 4. Schrijf je op tijd in!

Bijna alle strandraces zijn momenteel op de website van de KNWU te vinden en hier kun je je dan ook inschrijven. Verder zijn er nog vele online strandkalenders waarop je wedstrijden in het buitenland kunt vinden met daarbij de corresponderende websites waarop je jezelf kunt inschrijven voor deze wedstrijd. Hoe langer je wacht met inschrijven hoe duurder het vaak wordt!

Tip 5. Kijk naar het weerbericht

Op het strand is het weerbericht van cruciaal belang. Niet alleen de temperatuur en of het gaat regenen is belangrijk. Maar vooral de windkracht en de windrichting zijn van belang voor het bepalen van de juiste tactiek en het voorspellen van het wedstrijdverloop.

Een extra factor die een belangrijke rol speelt op het strand is het getijde. Bij hoog water is het strand veel zwaarder te bereiden dan bij laag water. Mocht je een strandrace willen verkennen, doe dat dan altijd rond hetzelfde getijde. Anders kan je wel eens voor een grote verrassing komen te staan!

Tip 6. Maak plezier!

Je bent in een prachtige omgeving, het strand! Geniet van het ruisen van de zee, het knisperen van het zand, de schelpen en de wind in je oren. Ook hoef je je niet druk te maken om stoplichten of verkeersdrempels. De enige hindernissen die je vindt zijn muilen en zandbanken. Geniet van de snelheid die je kunt halen, het onbeschrijfelijke gevoel wanneer je met 60 km/uur over het strand heen vliegt wanneer de wind in je rug staat en het zand er superstrak bijligt.

Het mooie aan strandracen is dat het niet enkel een wedstrijd is, maar een combinatie van wedstrijd en toertocht in één. Iedereen kan deelnemen, onafhankelijk van zijn of haar niveau. Het leuke is dan ook dat iedereen na de start al heel snel in een groepje van zijn of haar niveau terechtkomt. Hierdoor kun je allemaal op je eigen niveau een leuke wedstrijd hebben. Heb dan ook respect voor elkaar en houd het leuk! Door goede samenwerking kun je gezamenlijk, met name op de tegenwindstukken, veel harder dan door alleen aan te vallen. Maar een sprintje op het einde kan nooit kwaad natuurlijk!

Naderhand is er bij de finish altijd wel een gezellige strandtent te vinden waar je warme chocolademelk met slagroom kunt drinken met degene die je zojuist verslagen hebt in de eindsprint!